De regen kwam met bakken uit de hemel. Water om af te koelen na een discussie?
Het verlangen om naar buiten te gaan was er in ieder geval niet en alle kapittelleden begonnen gedisciplineerd aan de dag.

De opening was deze keer aan de Nederlandse provincie. Zij hadden een inspirerende dienst voorbereid met ‘vergeving’ als centrale gedachte.
Omdat de dag ervoor niet alle geagendeerde onderwerpen aan de orde geweest waren, werd het programma voor vandaag aangepast. We begonnen met het onderwerp Leiderschap. Zr. Mariana schetste een beeld van wat een moderne leider zou kunnen zijn, getoetst aan de constituties. Plenair werd de discussie gevoerd waaraan toekomstige leiders van de congregatie zouden moeten voldoen. Ze moeten in ieder geval werken volgens de constituties, beschikken over goede communicatieve vaardigheden en spirituele kwaliteiten en handelen volgens de principes die gehanteerd worden voor dienend, profetisch en barmhartig leiderschap.

Het volgende onderwerp was Structuur. Zr. Margaretha hield een korte inleiding en vertelde wat het generaal bestuur gedaan had met de aanbeveling over dit onderwerp in de afgelopen periode. In taalgroepen gingen de kapittelleden uit elkaar om te praten over mogelijke structuren. In de plenaire discussie bracht de Braziliaanse provincie een geheel nieuw idee naar voren dat nog niet eerder gehoord was. Na het weekend zal hierop teruggekomen worden. Omdat aan het einde van de middag een tweede bijeenkomst over de verkiezingen gehouden werd, kwam daarvoor de vraag aan de orde uit hoeveel personen het nieuwe generale bestuur zou kunnen bestaan. De meerderheid koos voor een generaal bestuur bestaande uit de generale overste en drie bestuursleden, waaronder de vicares.

Wanneer er minder bestuursleden zijn, was het voorstel om de ICB een sterkere rol te geven, het aantal leden te beperken tot de provinciale oversten en coördinatoren waarbij, afhankelijk van de te bespreken onderwerpen, de hulp ingeroepen kan worden van experts binnen en buiten de congregatie. Er zou vaker contact nodig zijn en daarvoor kunnen moderne communicatiemiddelen worden ingezet. Over de wenselijkheid hiervan wordt nog verder nagedacht.

In de afsluitende Eucharistieviering was ‘luisteren’ het kernwoord. Jezus was vaak in gesprek met leerlingen en omstanders, die door zijn uitleg geboeid werden. Luisteren wij ook graag naar de woorden van het Evangelie en naar elkaar?